maandag 3 september 2012

Klimmen en klauteren over de ruggengraat van Slowakije (Zuberec naar Poprad)

Begin mei 2012 vroeg een huisgenoot aan mij of ik zin had om samen met hem op vakantie te gaan. Ik had op het punt gestaan om hem de zelfde vraag te stellen dus de beslissing was snel gemaakt, ja natuurlijk! Samen zijn we toen op zoek gegaan naar een geschikte reisbestemming.
We zijn beiden goed getrainde wandelaars en hadden zin er een avontuurlijke vakantie van te maken. Het moest een gebied zijn met veel bergen, liefst boven de 2000 meter. Verder moesten we er kunnen minimaal 4 nachten achter elkaar kunnen wild kamperen en moesten de wandelroutes goed gemankeerd zijn zodat we zonder te verdwalen flinke afstanden konden overbruggen. Verder vond ik dat we naar een land moesten waarvan ik de taal niet sprak. Ook mocht het geen standaard toeristische bestemming zijn waar al veel mensen geweest waren, ik wilde deze vakantie echt iets nieuws ontdekken,  liefst in Oost-Europa.
Met een kaart van Europa op schoot zijn we toen uiteindelijk uitgekomen op de Hoge en Lage Tatra op de grens van Polen en Slowakije. Dit is de hoogste bergketen van Slowakije met een maximale hoogte van 2600 meter. Het gebied wordt doorsneden door vele goed gemarkeerde wandelroutes, lijkt qua ligging en uiterlijk een beetje op het Alpenmassief en is eigenlijk nauwelijks ontdekt door West-Europese toeristen. Ideaal wandelgebied! 

 Op 31 juli zijn we vanuit Arnhem vertrokken met de bus. Na een avond en een nacht in de bus kwamen we aan in de hoofdstad van Slowakije, Bratislava. We hadden echter niet al te veel tijd om iets van de stad te bekijken want we moesten direct door met de trolleybus naar het treinstation om daar de trein te pakken naar (Liptosky). Na een treinreis van (aantal uur) kwamen we aan in (Liptosky) waar we vervolgens de bus pakten naar (Zuberec). Hier waren we dan eindelijk (na meer dan 24 uur reizen)  aan het begin van de Hoge Tatra! De reis kan dan eindelijk beginnen! We lopen van het centrum naar een vlakke plaats om waar we de tent op zetten voor onze eerste nacht in het wild.

De eerste dag en de eerste tegenslag. Het meegebrachte benzinebrandertje blijkt helaas niet te werken. Een flinke tegenvaller als je ontbijt wilt maken. Alle pogingen het te repareren blijken te vergeefs en het enige dat er op zit is terug naar het dorp in de hoop dat we daar een reparatie of een vervanging kunnen vinden. Gelukkig was het bergdorp goed voorzien en was er een had de plaatselijke sport en outdoor zaak een gasstelletje met twee gasflesjes voor ons. Beter uitgerust en voldaan van het ontbijt dat we bij de plaatselijke supermarkt hadden gehaald, gingen we voor de tweede maal op weg. En deze keer met meer succes!

 We begonnen gelijk met een hete wandeling over een heet puinpad naar de voet van de bergen. Hier zagen we onder andere de eerste Kijzersmantel. Vanaf hier was het flink klimmen door een mooi naaldbos. Onderweg kwamen we enkele tijdens de lunch ook een aantal exemplaren Stofzaad tegen. Stijl omhoog naar de eerste kam van de wandeling de Sedlo Pálenica van 1573 m boven zeeniveau. De col was bedekt met dichte vegetatie van Dwergden. Een zeer algemene boomsoort op deze hoogte die dichte struikgewaasen vormt. Gelukkig was er een goed pad en konden we onze weg vervolgen naar een klein bergmeertje waar we onze tent konden opzetten voor de nacht.



De volgende dag begon dan echt de wandeling over de pieken. Het doel was om van Sedlo Pálenica over de bergkam via de Brestová (1902 m) naar Banikovske sedlo (2040 m). Onderweg was het flink klimmen en klauteren, soms zelfs op handen en voeten wat niet meeviel met 23 kilo bepakking.  Het uitzicht maakte echter een hoop goed. Onderweg zagen we onze eerste Tatra chamois. Aan het eind van de dag kampeerde we op een vlak stuk onderaan de Banikovske sedlo.  Bij de kampeerplaats vonden we ook de zeldzame Poelgentiaan en Levendbarend gras. De eerste is een prachtig helder paarse bloem die alleen voor komt in bergachtige gebieden bij bronvenen. Levendbarend gras is een plant met een opmerkelijke aanpassing aan het bergachtige klimaat. De lange winters en koude lentes zorgen er voor dat planten moeilijk ontkiemen. Door in plaats van zaden jonge kiemplanten te ontwikkelen aan zijn halm omzeilt dit gras listig dit probleem waardoor het gras een voorsprong op de concurrenten heeft. Ook in Nederland kun je in wegbermen soms dit gras tegen komen.

De volgende dag wandelde we verder langs een aantal bergmeertje's. Hoe lager we kwamen hoe warmer het werd en hoe meer insecten we dan ook zagen. Onderweg kwamen we dan ook Kleine vos, Dagpauwoog, Citroenvlinder en Rode vuurvlinder tegen. Deze laatste soort kwam tot 1955 ook in Nederland voor maar is hier door achteruitgang van zijn habitat helaas verdwenen. Laters op de dag bereikten we het hoogste punt van de wandeling, de 2063 meter hoge Volovec op de grens van Polen en Slowakije. Rond de top waren een aantal Raven op zoek naar voedsel achtergelaten door de grote groep wandelaars die zich hier boven melde. Op weg naar beneden kwam we een klein kudde Tatra chamois tegen, die vrolijk over de steile bergwanden heen en weer sprongen alsof het niets was, terwijl wij met de zware rugzak op de grootste moeite hadden om niet langs het steile pad naar beneden te vallen. Onderdaan de Volovec sloegen we onze tent op naast een grote steen.

De volgende dag was het weer helaas omgeslagen. Toen we de tent inpakten was het gelukkig nog droog maar tijdens de tocht terug naar de kam begon het te regen en te onweren. We zijn toen als de weide weerga omgekeerd en teruggegaan naar beneden, want met onweer kun je maar beter niet over een bergkam lopen! Tegen de tijd dat we weer bij de kampeerplaats waren hadden we onze route voor die dag bijgesteld naar een iets directere weg naar de camping lager in het dal voor een welverdiende warme douche en de mogelijkheid wat kleding te wassen. Op de weg naar beneden kwamen we langs een aantal zeer mooie watervallen. Gelukkig klaarde het weer later op de dag enigszins op zodat we niet helemaal doorweekt op de camping arriveerde.

Na een welverdiende rustdag was het dan weer tijd om op pat te gaan. Het weer was goed en de benen waren weer een beetje uitgerust dus we besloten er een flinke dag van te maken. Onderlangs de hoge bergen naar Jemské pleso onderweg kwamen we een groep Notenkrakers tegen. Deze mooie bruine vogel, die familie is van de Zwarte kraai en de Ekster, leeft in Oost-Europese naaldbossen met hazelaars aan de randen. Hier zaten ze dan ook noten uit de hazelaars te pakken, om deze tegen de stammen van de naaldbomen kapot te slaan en de inhoud op te eten. Een mooie gezicht want je merkt duidelijk dat de vogels slim, alert en nieuwsgierig zijn.
Het was een dag vol verrassingen want een eind verderop kwamen we ook nog een Grote weerschijnvlinder tegen die zich goed liet fotograferen toen hij het zout van onze rugzakken likte. De rede dat de rugzakken daar lagen was echter wel wat minder…. we waren namelijk voor de zoveelste keer die dag de route kwijt geraakt. Dit was echter niet te wijten aan ons gebrek aan navigatievermogen, maar aan het ontbreken van routemarkeringen…
Ter bestrijding van een keverplaag die grote delen van de Hoge en Lage Tatra in zijn greep houd en de naaldbossen aantast heeft het parkbestuur besloten de geïnfecteerde bomen weg te kappen. Dit resulteert in kapvlaktes van enkele 100 hectaren. Niet alleen is dit heel vervelend lopen….het bedenkend ook nog eens dat de bomen waar de routemarkering op stonden verdwenen zijn waardoor je dus gegarandeerd de route kwijt zult raken. Het volstaat hier te melden dat wij ehm zogezegd ruimschoots de omgeving verkend hadden voor wij op onze plaats van bestemming aan kwamen. Hier zetten we de tent weer op langs een stroompje dicht bij alweer een prachtig bergmeer.

De volgende dag werd een van de mooiste dagen van de hele rijs. We liepen van Jemské pleso naar Batizovské pleso. Onderweg hadden we prachtig uitzicht op schilderachtige bergkammen en mooie watervallen. In de middag lunchte we aan de rand van een bergmeer bij een hotel. Hierna begonnen we aan de grote klim van de dag. Van 1500 meter naar de 1966 meter hoge Sedlo pod Ostrovou. Onderweg kwamen we verschillende Alpenanemoonen tegen en op de top zagen we nog een paar Raven. Boeven aangekomen hadden we prachtig uitzicht op het meer waar we net vandaan waren geklommen. Vanaf hier was het nog een klein stukje wandelen naar de kampeerplaats. En wat voor een camperplaats! Aan de rand van een meer dat in een kom tussen de bergen lag met prachtig uitzicht op de vallei en de daar achter gelegen Lage Tatra. In de diepte zagen we de dorpjes Poprad en Svit waar we de volgende dag heen zouden wandelen.

De volgende dag vroeg opgestaan en ontbeten in een wolk. Ik weet niet precies wat voor beeld mensen hierbij hebben maar ik wil hier dan toch de aantekening maken dat ontbijten in een wolk lang zo romantisch niet is als het klinkt. Het is vooral koud en nat en omdat het koud en nat tegelijk is krijg je het daarna ook niet zo snel lekker warm en droog meer. Dit was dus ontbijten met muts en handschoenen aan!
Snel wandelen dus om maar wat warmer te worden van het in beweging zijn. onderweg naar beneden kwamen we in de dichte Dwergden bossen nog een Beflijster tegen. Lager op de berg zagen we ook nog enkele Zijdeplantgentiaanen met mooie blauwe bloemen. Beneden in Stary Smokovec pakte we de bus naar Poprad waar we konden genieten van een paar wel verdienden nachten in een hotel voor we verder gingen met het avontuur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten